Geschiedenis van Loge Jacob van Campen
Op 26 januari 1875 riep Hendrik Jan Snijder, een twaalftal vrijmetselaren op, om een Loge in Amersfoort op te richten. Als naam werd gekozen “Jacob van Campen”, de grote Amersfoortse bouwmeester die van 1595 tot 1657 leefde en o.a. het Paleis op de Dam bouwde.
Op 23 mei 1875 gaf het hoofdbestuur, ook wel het Groot Oosten genoemd, toestemming tot oprichting.
In 1878 kocht men een gebouw aan de Korte Gracht, dat vroeger als synagoge had gediend.
Op 11 maart 1900 werd het nieuwe en huidige logegebouw aan de van Persijnstraat in gebruik genomen.
Rond 1925, als de loge circa 60 leden telt, veranderen de werkzaamheden van karakter. De maatschappelijke problemen staan niet meer zo in het centrum van de belangstelling, omdat veel sociaal werk langzamerhand is overgenomen door overheidsorganen of speciaal daartoe gevormde verenigingen. Het geestelijk leven krijgt meer aandacht waarbij symbolen en ritualen een belangrijke plaats innemen.
Tijdens de oorlog 1940-1945 moeten de werkzaamheden worden gestaakt. Alle bezittingen worden in beslag genomen. Direct na de bevrijding worden de werkzaamheden door de overgebleven 47 leden weer opgepakt