Wanneer kan iemand lid worden?

 

Hij moet tenminste 21 jaar zijn. De jongste leden zijn meestal achter in de twintig. Het hangt verder ook van het volgende af: "de persoon moet een vrij man zijn en van goede naam".

Onder 'vrij man' wordt tegenwoordig verstaan dat de man (voor zover echt mogelijk) vrij in zijn denken moet zijn. Dus niet iemand die de laatst verkondigde algemene mening herhaalt, maar een eigen, genuanceerde mening heeft.

Onder 'van goede naam' wordt verstaan, dat de man als een goed mens bekend staat. Van onbesproken gedrag klinkt wat zwaar, maar dekt toch wel voor een groot deel van de lading.

Buiten bovenstaand belangrijk vereiste moet hij ook gevoel hebben voor symbolen en rituele handelingen. Verder is het ook van belang dat hij belangstelling heeft voor de zo belangrijke levensvragen, zoals: Vanwaar komen wij, wat doen we hier op deze wereld, waar gaan we heen en wat zou mijn taak in het leven moeten zijn. Vele mannen leven hier niet bewust mee. Zij zijn er niet dagelijks mee bezig.

Het is de taak van de "Commissie van Onderzoek" om uit te vinden of een 'kandidaat Vrijmetselaar' voor dit soort problematiek gevoel heeft en of hij er een diepgaand gesprek over aan kan en aan wil gaan.

Daarnaast is een vereiste dat de 'kandidaat' iets gelooft; dat het leven bij de dood niet zomaar ophoudt. Dat beperkt zich niet tot een eenvoudig 'godsbesef'. Veel van de leden zijn niet (meer) kerks, maar hebben wel een duidelijke levensovertuiging. Dit valt in de vrijmetselarij onder het begrip 'de opperbouwmeester des heelals' en aan dit begrip zult u zelf invulling moeten geven. Het is niet ondenkbaar dat u dit begrip gaande de jaren zult bijstellen als gevolg van uw levensreis.

En als laatste zijn ook omgangsvormen belangrijk. Kan je iemand die een verhaal aan het vertellen is, wat zeker niet het jouwe is, uit laten praten en hem daar dan niet over aanvallen, maar wel om opheldering vragen over bepaalde punten? Met felle 'nietes-welles' discussies kom je in het leven niet veel verder. Proberen om uit te vinden wat de ander motiveert, en waarom, geeft de luisteraar de gelegenheid "om zichzelf en de ander beter te leren kennen".

Een respectvolle omgang met elkaar hoort hier bij. Juist die omgangsvorm draagt bij aan het aangename karakter van de avonden.