De oorsprong van de Vrijmetselarij zoals wij die thans kennen ligt in Engeland waar in 1717 een vier- tal bestaande loges bijeenkwam en gezamenlijk besloot een zgn. Grootloge op te richten om structuur te bieden aan de groeiende groep van loges die de overgang maakte van ambachtelijke naar een meer beschouwelijke werkwijze.
Alles wijst er op dat de al bestaande en alom gewaardeerde bouwgilden als vorm werden overgenomen aan niet metselaren om hen een plek te bieden waar zij zich in beslotenheid konden richten op een persoonlijke zoektocht naar antwoorden op levensvragen zonder dwingende voorschriften van kerk of staat. De gekozen werkwijze sloeg aan en verspreidde zich in relatief korte tijd over heel Europa. Al in 1721 werd in Rotterdam de eerste vrijmetselaarsloge op het vasteland gesticht. Deze loge heeft maar kort bestaan maar rond 1734 ontstaan er opnieuw op verschillende plaatsen, zoals Den Haag en Amsterdam, een aantal loges.
Bijeenkomsten van mannen uit verschillende milieus en uit verschillende denominaties wekten al snel de achterdocht van de bestuurders. Het ging zozeer in tegen de tijdgeest dat een verbod van de Staten van Holland en Zeeland een eind maakte aan deze opbloei. Het verbod was weinig effectief en werd al spoedig niet meer gehandhaafd waardoor overal in ons land loges konden ontstaan. Momenteel werken binnen de Orde van Vrijmetselaren in Nederland rond de 160 loges en bestaan er provinciale afdelingen in Suriname, het Caribische gebied en Zimbabwe.
Tijdens de 2e wereldoorlog werd de vrijmetselarij door de bezetter verboden en al haar bezittingen werden in beslag genomen. Totalitaire regiems en geloofsgroeperingen zijn ons meestal niet erg goedgezind. Op plaatsen waar het zelf denken niet op prijs wordt gesteld werd de vrijmetselarij vrijwel altijd verboden. Na de val van de dictaturen in Spanje, Portugal en de communistische regiems in Oost-Europa bloeide in al deze landen de vrijmetselarij al snel weer op.
Vrijmetselaren uit het gebied rond Velsen vonden veelal onderdak bij loges in steden als Haarlem, Amsterdam en Alkmaar. Eerst in 1958 ontstond er een maçonnieke kring die een jaar later tot Loge werd verheven onder de naam Trias, met als logenummer 221. De voorspoedige groei deed al snel de behoefte aan een tweede loge ontstaan. De groep werd te groot om elkaar echt te leren kennen en de werkplaats werd te klein om alle broeders plaats te kunnen bieden. In 1966 werd besloten tot de oprichting van onze loge 'De Hoeksteen'' en aangezien de groei bleef doorzetten, veertien jaar later tot een derde loge, 'Branding' in Castricum.
Na jaren van groei volgende er helaas een zekere terugval waardoor de Loge 'Trias' zich in 1997 gedwongen zag de werkzaamheden te beëindigen.