De Oude Landmerken is uniek in het feit dat wij in onze rituelen veel aandacht schenken aan de kosmische aspecten en Lichtsymboliek. Ons ‘rituaal Lingbeek’ is dan ook iets afwijkend van de algemene vorm maar des te interessanter. Met ons ritueel gaan wij serieus om. Dit alles wil niet zeggen dat er in de loge altijd loodzware ernst heerst. De speciale sfeer in de loge is er altijd een geweest van ernst en luim, dus met veel ruimte voor humor.
Momenteel heeft onze loge een kleine 40 leden, van 30 tot 80 jaar oud. De naam van onze loge is een soort beginselverklaring. Landmerken hebben in de Vrijmetselarij een speciale betekenis evenals "De Oude Plichten".
De Oude Landmerken is, naar datum de tweede Arnhemse Vrijmetselaarsloge. De beide andere Arnhemse loges zijn "De Geldersche Broederschap" No. 23 en "Het Gulden Vlies" No. 240.
Als u al met meer loges op Internet heeft kennisgemaakt, zult u een zeer gevarieerd beeld hebben gekregen. Maar toch hebben de teksten, die u trachten te vertellen wat Vrijmetselarij is, uiteraard eenzelfde strekking. Daarom verwijzen wij u allereerst naar de centrale plaats van de Vrijmetselarij in Nederland:vrijmetselarij.nl.
Deze werden als eerste beschreven door James Anderson in 1723, kort nadat de Vrijmetselarij zijn formele basis had gekregen in Engeland. Als u de geschiedenis van onze loge leest begrijpt u wellicht wat het doel van onze oprichters is geweest.
De zinspreuk van onze loge luidt:
Tot stilzwijgen: om het onderling vertrouwen niet te beschamen.
"Silentio Fidei Virtuti" *
Tot trouw: jegens elkaar als uiting van broederschap.
Tot deugd: door te streven naar verbetering van jezelf.
* "Virtus" : Deugd / Mannenmoed
Dit besef leefde ook heel sterk bij de oprichters van onze loge, die in hun beginselverklaring benadrukten dat de bedoeling van ons vrijmetselaar-zijn is de bewustwording van de taak ons als deel van de kosmos opgelegd. Dit moest gebeuren, zoals zij zeiden, "ter bevordering van het doel, door de Opperbouwmeester des Heelals aan de kosmos gesteld, langs de weg in onze symbolen en ritualen aangegeven". Als wij werkelijk streven naar die bewustwording, dan zullen broederlijke toon en broederlijkheid als sfeer als gevolg daarvan opbloeien.
De arbeid in de loge heeft door de jaren heen - met de onvermijdelijke ups en downs en de onderbreking door de oorlog - veel van deze beginselen in zich gehad. Er is altijd grote aandacht geweest voor de bestudering van het ritueel en het trachten begrijpen van de geestelijke achtergronden. Ook komen vaak religieuze stromingen aan bod en soms worden maatschappelijke vraagstukken besproken. Maar op de eerste plaats komt het ritueel en de beleving ervan. Telkens komt hier ook naar voren, dat het lezen van een ritueel niet betekent dat je het ook kunt begrijpen: dat komt pas door het te ondergaan, het daarna herhaaldelijk meebeleven en door jarenlange studie. Wie een ritueel letterlijk neemt, geeft blijk de bedoeling niet te begrijpen: het gaat om het persoonlijk doorvoelen van de symboliek.
Over onze naam: wat zijn landmerken?
Het woord landmerk is een letterlijke vertaling van het Engelse landmark, hetgeen betekent: grenspaal, markeringspunt, baken. Reeds in het oudste wetboek der Vrijmetselarij: de "Constitutions" van de Schotse predikant James Anderson, wordt over de Landmerken gesproken, zonder overigens aan te duiden, welke deze zijn. Kennelijk was in die tijd (1723) algemeen bekend welke de Landmerken waren. Tegenwoordig zijn velen de mening toegedaan dat een Landmerk een element is in de vorm of het wezen van de Broederschap dat van zodanig belang is, dat Vrijmetselarij niet langer Vrijmetselarij zou zijn als het er uit zou worden verwijderd.
De voornaamste elementen van de Landmerken zijn:
Een Grootloge moet een reguliere* oorsprong hebben, d.w.z. gesticht zijn door een erkende Grootloge of door ten minste drie regelmatig geconstitueerde loges
- Kandidaten voor de Orde kunnen slechts zijn "vrije mannen van goede naam"**
- Er wordt gewerkt in de drie graden van Leerling-, Gezel- en Meester-vrijmetselaar, overeenkomstig de traditionele gebruiken.
- Het hoogste gezag in de Orde moet zijn een Grootloge***, en niet enig ander college of opperraad.
- De arbeid wordt verricht ter ere van de Opperbouwmeester des Heelals.
- In de loge zijn aanwezig de ‘drie Grote Lichten’****, waarop de beloften worden afgelegd.
- Twistgesprekken over politiek of godsdienst zijn volstrekt verboden in de loge.
Onze Logebijeenkomsten zijn wekelijks op de woensdagavond, aanvang: 20.00 uur.
Deze Landmerken vinden we in een iets andere vorm terug in de beginselverklaring van de "Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden".
* Regulier of regelmatig betekent niets anders dan: "werkend volgens de regels", dus voldoende aan de Landmerken.
** Vrijmetselarij is (naar traditie en persoonlijke keuze) exclusief mannelijk. Voor wij nu worden beschuldigd van sexisme willen we nadrukkelijk vaststellen dat wij de vrouw niet gelijk, maar wel gelijkwaardig achten aan de man. Er is een orde, die uitsluitend vrouwen toelaat en werkt met een typisch vrouwelijke symboliek: "De Orde van Weefsters", Vita Feminea Textura, hetgeen betekent: "Het leven van de vrouw is als een weefsel" . Deze orde is dus niet maçonniek. Met haar onderhouden wij vriendschappelijke betrekkingen. Er zijn ook andere zich vrijmetselarij noemende organisaties, welke zich echter in vele opzichten niet aan de Landmerken houden en daarom niet als zodanig worden erkend en dus niet "regulier" zijn. Sommige van deze verenigingen gebruiken ons logegebouw voor hun bijeenkomsten.
**** De drie grote lichten zijn: het Boek van de Heilige Wet, de Winkelhaak en de Passer. Het Boek van de Heilige Wet is in Nederland in het algemeen de Bijbel, tenzij een man die een niet-Christelijk geloof praktiseert wordt ingewijd. Dan ligt in de loge bijvoorbeeld de Koran of de Thora.
Logegeschiedenis
Waarom is er in één plaats vaak meer dan één loge? De oorzaken kunnen verschillend zijn:
Een loge kan te groot worden, waardoor de behoefte ontstaat haar te splitsen.
Er kunnen verschillen van opvatting zijn over hoe men Vrijmetselarij wil beleven.
Deze laatste oorzaak lag ten grondslag aan de oprichting van "De Oude Landmerken" in het jaar 1932. Binnen "De Geldersche Broederschap" bestonden twee stromingen, waarbij de ene de nadruk legde op wat men als Broederschap beschouwde en waarbij men de rituelen ondergeschikt achtte, terwijl de andere stroming juist de nadruk wilde leggen op bestudering en beleving van de rituelen, waaruit de Broederschap zou moeten voortvloeien. Een drijvende kracht bij dit laatste was de Arnhemse specialist voor hart- en vaatziekten M.S. Lingbeek (1864-1954), welke een belangrijke rol in de Nederlandse Vrijmetselarij heeft gespeeld. Zo was hij, na een verblijf van enige jaren in Zuid Afrika voor, tijdens en na de laatste Boerenoorlog (1899-1902), lid van het Hoofdbestuur der Orde en Grootmeester (= voorzitter van het Hoofdbestuur) geweest (1917-1923). Hij was een groot kenner van de geschiedenis en achtergronden der rituelen en was van mening dat in de loop der afgelopen decennia door allerlei wijzigingen veel zinvols verloren was gegaan omdat men de betekenis ervan niet meer begreep. Zo was hij enerzijds voorstander van vernieuwing en verdieping, anderzijds wilde hij wat verloren was gegaan weer terugbrengen.
Toen de tegenstellingen in de Geldersche Broederschap onoverbrugbaar bleken werd in 1932 door een groot aantal leden van De Geldersche Broederschap aan het Grootoosten verlof gevraagd een nieuwe loge te stichten, waarvan Lingbeek de eerste voorzitter werd.
Zijn idealen hebben vorm gekregen in de ritualen van "De Oude Landmerken", waarin enerzijds de door het Hoofdbestuur verplicht gestelde onderdelen voorkomen, maar waarin anderzijds meer de nadruk ligt op kosmische en lichtsymboliek, naast de ook gehanteerde bouwsymboliek. Ook werden veel elementen uit de Engelse ritualen overgenomen.
De loge werd geïnstalleerd op 8 oktober 1932 door de toenmalige Grootmeester Hermannus van Tongeren. De tijd tot mei 1940 kan als een voorspoedige en creatieve periode worden gekenschetst. Door de goede zorgen van een aantal leden kon een groot deel van het archief de oorlog overleven.
Na de bevrijding werd het logeleven weer snel opgepakt en werd verder gewerkt aan de uitwerking van de beginselen.
In 1966 werd door een aantal leden, samen met leden van andere loges, een nieuwe loge gevormd: "Het Gulden Vlies" en in 1986 werd door een aantal leden, die in (de buurt van) Ede woonden, eveneens samen met anderen, de loge "Het Middelpunt" aldaar opgericht.
In 1982 werd het 50-jarig jubileum luisterrijk gevierd. Tijdens het banket werd ons daarbij namens een overleden lid een cassettebandje overhandigd, waarop de laatste voordracht van Lingbeek (hij was toen 86 jaar en hulpbehoevend) uit 1947 was opgenomen.
Een andere opmerkelijke gebeurtenis vond plaats op 6 oktober 1990 toen een leerlinginwijding plaats vond in aanwezigheid van een groot aantal Engelse en Schotse broeders. Ter gelegenheid hiervan werd het ritueel gedeeltelijk in het Engels opgevoerd.
2007 : Viering van het 75-jarig bestaan van De Oude Landmerken met een feestelijke
bijeenkomst in kasteel De Doornenburg. Verder de uitgave van een gedenkboek
waarin uitgebreid de logegeschiedenis is verhaald.
Dit laatste kan natuurlijk ook in de logegeschiedenis worden opgenomen.
Vereniging
Naast de rituele arbeid is De Oude Landmerken een vereniging, met bijbehorende statuten en huishoudelijk reglement.
De leden betalen per jaar hun lidmaatschap en de vereniging is ingeschreven in het handelsregister van de KvK (40121691) .
Bankrekening IBAN nr.: NL03 INGB 0002 4052 75 t.n.v. De Oude Landmerken Arnhem.
Op democratische wijze worden de bestuursleden gekozen door de jaarlijkse algemene ledenvergadering.
Internet
Onze loge staat vermeld op een aantal websites:
Beginthier - vrijmetselarij wikidirectory met info
Bedrijvenuitarnhem.nl Levensbeschouwing Arnhem