Vergenoeging volgens de Dikke van Dale
ver·ge´noe·gen
overgankelijk werkwoord; vergenoegde, heeft vergenoegd; afleiding: vergenoeging
- tevredenstellen
voorbeeld
+ werkwoord
dat kan hem niet vergenoegen
+ voornaamwoord
zich vergenoegen met
er genoegen mee nemen
- genoegen doen
voorbeeld
+ voorzetsel
iemand met een attentie vergenoegen