DE VRIJMETSELARIJ
Dhr. R. Schultink, Grootmeester van de Orde der vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden.
Dames en Heren,
Om de Vrijmetselarij lijkt vaak nog een sfeer te hangen van geheimzinnigheid en juist met die sfeer is iets heel bijzonders voor ons, vrijmetselaren, aan de hand. Aan de ene kant willen wij graag zoveel mogelijk mensen deelgenoot maken van onze gedachten, maar aan de andere kant vinden wij het belangrijk, onze "geheimen" vast te houden, want het zijn eigenlijk helemaal geen geheimen. In elke goede bibliotheek kun je informatie vinden over het onderwerp vrijmetselarij.
Graag heb ik gevolg gegeven aan het verzoek van het bestuur van de loge "De Drie Verlichte Torens", om vanavond iets over dit dualisme uit de doeken te doen, in het kader van een dialoog met andere geestelijke stromingen. Maar eerst wil ik het bestuur van harte feliciteren (en de leden van de loge) met hun tweede lustrum en hen danken voor het initiatief, om vanavond deze bijeenkomst te organiseren. Als representant van de gastheren spreek ik natuurlijk als laatste. Dat heeft zijn voor- en nadelen. Hoewel ik geneigd ben om me nu al in de forumdiscussie te storten, door in te haken op de sprekers van voor de pauze, zal ik trachten mij te houden aan mijn uitgangspunten, die ik als titel heb meegegeven: Vrijmetselarij Nu.
Dames en heren, velen van u hier in de zaal weten, of denken te weten, wat vrijmetselarij is. Maar gelukkig is er ook een grote groep onder u, die daar misschien nog niet zoveel van weet en het is voor hen, dat ik wil proberen iets over de vrijmetselarij duidelijk te maken.
In de huidige vorm is vrijmetselarij een kleine driehonderd jaar oud, maar reeds daarvoor bestonden er gezelschappen in bouwcorporaties, waar men, na gedane arbeid, overging tot het belichten van problemen, vraagstukken die in een meer geestelijk vlak lagen, dan het houwen van stenen of het op elkaar zetten van die stenen om te komen tot de bouw van kerken en kathedralen. Het was dit jaar tweehonderdvijfenzeventig jaar geleden, dat in Londen zich vier loges verenigden tot een grootloge. Het moment, dat wij thans beschouwen als het begin van onze wereldomspannende broederschap met vijf miljoen leden verspreid over het ganse oppervlak der aarde.
Ik duidde er al in mijn eerste woorden op, geheimzinnigheid is iets, dat ons ook al 275 jaar achtervolgt. Wat is dat nou, die geheimzinnigheid? Ik denk, dat het langzamerhand een traditie is geworden, om over geheimzinnigheid te spreken. Ja, we hebben een woord, we hebben een teken, we hebben een aanraking, waardoor wij elkaar herkennen, maar ik zei u al: "Gaat u naar de bibliotheek en u kunt het allemaal lezen". Die geheimzinnigheid, dat is een traditie en ik weet, dat misschien een aantal van de gasten van vanavond het niet met me eens zal zijn, maar het is ook een vorm van folklore.
Nee, er is iets heel anders aan de hand. Naast de geheimzinnigheid heeft een vrijmetselaar een geheim en het geheim, zo staat het in onze ritualen, kan slechts gegeven worden aan hem, die het reeds kent; en ik denk dat dat veel essentiëler is om over te praten, dan over geheimzinnigheid.
Het aardige is, dat ik u dat geheim ook heel rustig kan vertellen, want het kan alleen worden gegeven aan hem die het reeds kent en als u het niet kent, kunt u misschien vermoeden, wat we ermee bedoelen.
Het geheim van de vrijmetselarij is de broederschapsgedachte en wij zeggen als vrijmetselaren, dat het geheim, die broederschap, ligt tussen passer en winkelhaak. De voorzitter duidde daar al op bij zijn inleiding.
Wat doen we daar nou mee? We proberen door middel van dat geheim een weg te wijzen tot het opbouwen van een zinvolle, harmonische en individuele levens- en wereldbeschouwing.
Iedere stad, bijna iedere stad (Oosterhout bijv. nog niet), maar de meeste steden hebben een loge: Tilburg één, Den Bosch één, Breda twee, Eindhoven drie, Roosendaal één, Bergen op Zoom één en zo kan ik het hele land doorgaan. In totaal zijn er honderdveertig. Elke loge is een gewone vereniging, die ingeschreven staat in de registers van verenigingen en valt
onder de Wet op het Verenigingsleven. Men kan lid worden van die vereniging en ook (dat trok men vroeger wel eens in twijfel) kan men er gewoon voor bedanken. Je wordt echt niet vervolgd, of wat dan ook. Die verenigingen vormen gezamenlijk een organisatie, de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden. Het gezag in de Orde berust bij het Grootoosten, de jaarvergadering, waar van alle loges één of meer vertegenwoordigers aanwezig zijn. Dat Grootoosten kiest een hoofdbestuur, voor de dagelijkse leiding en één van de leden van dat hoofdbestuur is de grootmeester, die verantwoordelijk is voor de vereniging in en buiten rechte. Dat mag ik op dit moment zijn. Internationaal zijn we niet georganiseerd, maar we onderhouden vriendschapsbanden met buitenlandse grootmachten en hebben op zeer vriendschappelijke wijze contact met elkaar. Dat is de organisatorische kant.
Veel belangrijker is de geestelijke kant. Dat is ook veel moeilijker. Het is eenvoudig om te zeggen wat vrijmetselarij niet is. Het is geen godsdienst, het is geen ideologie en zeker geen sekte of een geheim genootschap. Wat is het dan wel?
Artikel 2 lid 1. van onze ordegrondwet zegt: "Vrijmetselarij is de uit innerlijke drang geboren geestesrichting, die de mens en de mensheid opvoert naar een hoger geestelijk en zedelijk peil", en datzelfde artikel lid 4. zegt: "Zij neemt als grondslag aan: de erkenning van de hoge waarde van de menselijke persoonlijkheid, ieders recht om zelfstandig te zoeken naar waarheid, de gelijkheid in wezen van alle mensen en ieders plicht, om met toewijding te arbeiden aan het welzijn van de gemeenschap".
Het aardige van dit soort vrijmetselaarsterminologie is, dat er alles in staat. Je kunt er alle kanten mee op en het is zeer doordacht.
U zult horen, dat alle vrijmetselaren zeggen te zoeken naar waarheid, maar het schept aan de andere kant ook hele grote onduidelijkheid, door juist een ieder vrij te laten om zijn waarheid te vinden. Dat kun je alleen maar bereiken door verdraagzaam te zijn, en liefde tot de medemens te hebben. Vrijmetselaren, ik zei het al, streven naar de broederschap der mensen. Dat doen heel veel andere organisaties ook, maar het unieke in de vrijmetselarij is, dat dit streven ondersteund wordt door het begrip arbeid. Arbeid ligt ten grondslag aan onze methode, niet in de vorm van dogmatiek, maar in de vorm van een vast vertrouwen. De voorwaarde voor toetreding tot onze orde moet dan ook zijn, dat men een vrij man is, van goede naam.
Hoe werkt dat nu? Iemand die zich door deze uitgangspunten aangetrokken voelt tot de vrijmetselarij komt op een gegeven moment, na een administratieve periode, aankloppen aan de tempel, onze tempel, de tempel van levende bouwstenen en door middel van een aantal inwijdingen, waar ik straks op terugkom, wordt de kandidaat geleid naar het vrijmetselaarschap. Op die weg komt hij vele dingen tegen, die steeds verklaard worden door uitleg, het aanreiken van symbolen en juist door de arbeid met die symbolen kunnen wij iemand duidelijk maken, wat wij bedoelen me