Loge De Drie Verlichte Torens heeft een nieuwe website!

Klik op deze link:

 

http://vrijmetselarij-tilburg.nl/ 

     

HET ROOMS-KATHOLICISME

 

  Mgr. Dr. Ph. Bär, bisschop van Rotterdam.

 

 

 

  •  
  • Ik dank u zeer. Ik durf nauwelijks meer het woord te nemen; zover buiten mijn bisdom. We zullen het toch proberen.
  •  

     

    Ik dank u zeer voor de uitnodiging. Ik heb de vrijmetselarij mijn hele leven gekend. Veel mensen om mij heen, zelfs mensen uit mijn eigen familie, sommigen daarvan zijn nog in leven, zijn vrijmetselaar. Ik ben een tijdje in Batavia schoolgegaan op de Vrijmetselaarsweg. Wij stonden niet ver van het grote gebouw waarop te lezen stond: "Adhuc Stat", en als aankomend gymnasiast vond ik het buitengewoon boeiend om te weten wat dat betekende. Ik weet dat nog en ik zie dat "Adhuc Stat" ook voor de loge De Drie Verlichte Torens geldt.

    Dan nu mijn bijdrage over de katholieke kerk in het kader van dit symposium. Ik weet niet of de kerk een geestelijke stroming is, maar in ieder geval heeft zij alles te maken met de Geest, en daarom leek mij dat een bijdrage die binnen dit kader wel past.

    Ik heb geprobeerd, dames en heren, om vanuit de officiële katholieke kerk wat te zeggen. U zou teleurgesteld zijn, als ik niet tenminste even vermeldde, dat het natuurlijk niet altijd even vriendelijk is en daar heb ik toch ook recht aan willen doen. Want het is de kerk, waartoe ik met hart en ziel mij bekend heb en waarin ik sta met steeds groeiende overtuiging en ik dacht: "Het heeft geen zin om de dingen niet te zeggen".

     

    De katholieke kerk is naar haar eigen zelfverstaan verrijkt met alle door God geopenbaarde waarheid en met alle genademiddelen. Deze formulering van het laatste concilie, Vaticanum II "In Unitatis Redintegratio", waar het juist over de eenheid gaat, geeft zeer duidelijk aan, hoe de katholieke kerk zich in de wereld gesitueerd wil zien. Dit zelfverstaan heeft iets absoluuts, een zekerheid die voldoende steun vindt in het eigen standpunt, om dus niet meer zoekend te zijn in de zin van het onderzoeken, of er nog iets anders te vinden is. Alle genademiddelen. Alle geopenbaarde waarheden.

     

    Er is natuurlijk veelvuldig gezegd en gedacht, dat vanuit de kerkelijke overtuiging een onterecht gevoel van zelfgenoegzaamheid werd gepropageerd. Zo is de werkelijheid echter niet. Veel meer wordt gedacht, wanneer het zo gesteld wordt, aan de reacties van mensen uit de Evangeliën. Eén daarvan: "We hebben Hem gevonden, van wie de profeten hebben gesproken en getuigd. De beloften aan ons gedaan zijn dus in Hem vervuld", of de woorden van Jezus tot Petrus toen Hij zei; "Wilt u niet weggaan? Zoveel zijn weggegaan. Waarom blijft u?", en Petrus antwoordde; "Tot wie zouden wij anders gaan? Gij hebt toch woorden van eeuwig leven?".

    Bij dit alles wordt toch de dialoog niet uitgesloten. Dat mag dan iets zijn dat wat nieuwer is in de kerk, maar vandaag is het toch iets waar wij in de rooms-katholieke gelovige gemeenschap volop aan mogen doen.

    Gesprek en dialoog zijn van harte aanbevolen, teneinde de standpunten te verduidelijken en begrip op te wekken voor de kerkelijke leer en inzichten en dit dient dan te geschieden met alle respect voor de gesprekspartner. Niet alleen uit beleefdheid, maar er is ook een theologische reden: het is mogelijk, dat de Geest ook buiten de kring van roomsen spreekt.

    We hebben er eeuwen over moeten doen om dat te ontdekken, maar nu weten we het. Het concilie heeft heel duidelijk gezegd, dat in andere kerken en geestelijke stromingen ook stukken openbaring, stukken waarheid zijn, en daarom is het goed om daarnaar op zoek te gaan. Natuurlijk erkent de kerk ook de waarheid, wanneer die buiten haar gelederen wordt aangetroffen. Het is dus zeker in onze dagen geen ijdele praat wanneer vanuit de kerk wordt gezegd, dat de dialoog met hen die anders denken mogelijk is, meer nog, aanbevolen, wenselijk, aangezien in de wereld alle mensen van goede wil elkaar nodig hebben. Zo leerde ons Papa Giovanni, Paus Johannes XXIII.

     

    Welk standpunt neemt nu de katholiek in, wanneer hij in gesprek gaat met mensen uit andere stromingen? Ik denk dat de vraag gesteld moet worden. In ieder geval gaat de gelovige katholiek de dialoog niet in, denk ik, vanuit twijfel; twijfel aan eigen geloofsgoed. Dialoog dient geen zoektocht te zijn, maar eerder een verkenning. Het eigen geloofsgoed kan immers daardoor aanzienlijk worden verrijkt, verhelderd en verdiept, gezuiverd ook, maar niet noodzakelijkerwijze ter discussie gesteld. De hierboven reeds geciteerde woorden van Vaticanum II laten dat eigenlijk ook niet toe. Het bijzondere daarvan zit hem dan ook niet in de inhoud naar de gelovige, praktizerende, belijdende katholiek toe, maar in de met de geciteerde woorden verbonden uitspraak, dat in andere kerken enz. die waarheid ook aanwezig kan zijn. Maar naar de eigen gelovigen toe verondersteld de kerk geen twijfel, al heeft zij natuurlijk altijd overvloedig zorg en begrip voor hen, die moeite hebben met de geloofsinhoud en heeft zij voor die medegelovigen alle pastorale aandacht. Zekerheid is ten principale daarbij echter niet in het geding.

     

    Ik maak graag met u onderscheid, omdat dit dikwijls zo slecht wordt verstaan, tussen de geloofsinhoud in wezenlijke zin en de daarmee verbonden kerkelijke bepalingen en disciplines. Dit onderscheid wordt dikwijls niet gemaakt, met, denk ik, rampzalige gevolgen.

    Natuurlijk is geheel de geloofswerkelijkheid met alles wat daarin is een samenhangend geheel, waaruit men niet op grond van een soort ecclectisisme - dit vind ik aardig en dat niet - kiezen mag waar men wel en niet aan vast wil houden. Minstens, zou ik zeggen, dient alles wat in de kerk wordt gevat in regels en bepalingen te worden aanvaard, als te komen van het wettig gezag. Maar men is geen ongelovige, als men wil praten over de geloofsschat en alles wat daaruit wordt gedefinierd, wanneer dat met respect geschiedt en in redelijkheid.

    Dat in de katholieke kerk overvloedig over deze dingen wordt gediscussieerd zal u niet zijn ontgaan. De hierboven genoemde twijfel kan dus niet slaan op het geloofsgebied in strikte zin, b.v. de kwestie van het kerkelijk ambt, dat teruggaat op de apostelen, die het weer van de Heer zelf hebben gekregen, zodat er een wijding voor nodig is om ambtsdrager te zijn. Waar wel over gesproken kan worden, bij wijze van voorbeeld is, wat mag dat ambt; hoe dient het te leven en waar moet het mee verbonden zijn?

    Met dit alles voor ogen is de dialoog, met wie dan ook, toch goed mogelijk en aanbevolen. De ervaring leert dat daar, waar de dialoog serieus wordt aangegaan en men inderdaad, zoals net gezegd is, probeert te zoeken wat verbindt en niet begint met alles wat ons van elkaar verwijdert, dat er dan veel positiefs uit kan komen voor alle partijen.

     

    Een ander gegeven in de katholieke opvatting is natuurlijk, dat men uitgaat van een openbaring, zodat het de gelovige niet vrijstaat, om over wezenlijke dingen een privé-mening te hebben, al hoopt de kerk natuurlijk, dat alles zo wordt aanvaard, dat het ook privé wordt. Uit de openbaring, dat is, vanuit God zelf. Hijzelf heeft aan de kerk en aan de gelovigen zijn wezenlijke gegevens medegedeeld, zoda