OPENING EN WELKOM
Dhr. TH.J.C.M Vossen, voorzitter van de vrijmetselaarsloge De Drie Verlichte Torens.
Hoogeerwaarde excellentie Monseigneur Bär, hooggeleerde heren prof. Glastra van Loon, prof. Zwart, hoogeerwaarde grootmeester, dames en heren,
Als voorzitter van de vrijmetselaarsloge "De Drie Verlichte Torens" uit Tilburg heet ik u allen van harte welkom op dit symposium, dat de titel draagt: "Vrijmetselarij in Dialoog met andere geestelijke stromingen". Het is ons een eer, enerzijds juist u als sprekers welkom te mogen heten en anderzijds u, dames en heren in de zaal, in zo grote getale aanwezig te zien om aan dit symposium deel te nemen en zodoende de tiende verjaardag van onze loge mee te vieren. Ik spreek de hoop uit, dat deze avond en al datgene, wat gezegd zal gaan worden, bij zal dragen tot een vruchtbare dialoog en gedachtewisseling, en ik wens u toe dat wat u deze avond geboden zal worden nog lang in uw herinnering zal blijven voortbestaan.
U bent vanavond te gast bij de vrijmetselaarsloge "De Drie Verlichte Torens". Ik geef u thans enkele details over onze ontstaansgeschiedenis.
Loge betekent: een plaats waar vrijmetselaars samenkomen. Loge betekent ook een aantal vrijmetselaars die zich nauwer aaneengesloten hebben. In ons geval dus vrijmetselaars van de Tilburgse vrijmetselaarsloge. De naam van deze Tilburgse vrijmetselaarsloge is De Drie Verlichte Torens. Hoe komen we aan die naam, zult u zich afvragen. Wel, in de hal van het Tilburgse gemeentehuis is een glas-in-lood raam, voorstellende Koning Willem II te paard, met inscripties als: "Hij had onze stad lief" en "In dankbare herinnering eren wij onze weldoener". En onder in het raam staat geschreven: "In het jaar onzes heren 1909, toen Wilhelmina was koningin der Nederlanden en Prinses Juliana werd geboren, is dit gedenkraam in het gemeentehuis van Tilburg geplaatst als hulde aan het voorgeslacht".
Naast de familiewapens van de heren van de heerlijkheid Tilburg en Goirle vinden we op dit raam de afbeeldingen van twee oude stadszegels, te weten die van Sint Dionysius en die van de burcht met de drie torens. Uiteindelijk wordt in 1930 aan Tilburg een verbeterd wapen verleend en dan heeft het drie burchten, de middelste iets hoger, en een muur met poort eromheen. Op uw toegangsbewijs kunt u deze drie verlichte, gouden torens zien (verlicht staat dus voor goud) ingebed in een figuur van passer en winkelhaak, onderscheiden emblemen van de vrijmetselarij, met het onderschrift "Audi Alteram Partem", hetgeen betekent "heb oor voor de ander".
Dames en heren, morgen 14 maart is het precies honderdvijfenzeventig jaar geleden, dat koning Willem II, over wie ik u zojuist sprak, tot de orde der vrijmetselaren toetrad.
Over een week, dames en heren, op 20 maart, is het tien jaar geleden, dat er in Tilburg een vrijmetselaars loge werd opgericht.
Het heeft dus toen nog honderdvijfenzestig jaar moeten duren, voordat op 20 maart 1982 het licht in Tilburg werd ontstoken en een Tilburgse loge werd opgericht.
Dat er vrijmetselaars in Nederland zijn, dat wist u al en inmiddels weet u ook dat er in Tilburg vrijmetselaars zijn. In heel Nederland zijn er ongeveer drieenzestighonderd, maar toch hoort of ziet u van ons weinig of niets. Het ligt ook niet in onze aard om aan de weg te timmeren. In de rust en kalmte van onze werkplaats, van onze loge, werken wij aan onszelf en luisteren naar de ander. Na tien jaar maçonnieke arbeid in Tilburg treden wij vanavond voor één keer naar buiten. Aan de ene kant mag u dit zien als de geheimzinnige sluier, die al sinds jaar en dag over vrijmetselarij hangt, een weinig op te lichten, en aan de andere kant willen wij eigenlijk iets voor u betekenen, door u dit symposium aan te bieden en u te laten zien, wat ons beweegt: werkend aan onszelf, zoekend naar de medemens, de blik gericht op het waarachtige.
Ik wens u een hele fijne avond.
[ Vorige ] [ Inhoud ] [ Volgende ]