De volgende stukken beschrijven de geschiedenis van Thorhem en die van de Vrijmetselarij in het algemeen.
De Achtbare Loge Thorhem
In de vijftiger jaren leefde in Doorn een groep broeders, die elkaar
regelmatig ontmoetten. Het was geen officiële ‘Kring’, doch meer een
aantal ‘stamgasten’, die onder het genot van een glaasje de ‘zevende
graad’ bedreven. Deze broeders waren lid van een der loges in Utrecht of
Amersfoort, en omdat de afstand voor velen te groot was om regelmatig
de comparities in hun Loge te bezoeken, hadden zij behoefte aan zo’n
wekelijkse samenkomst.
Er werd geen contributie werd geheven en er geen notulen werden
gemaakt, In deze kring ontstond eind 1958, begin 1959 het idee om een
eigen Loge op te richten.
De Voorzittend Meester was druk bezet door zijn profane arbeid, en
daarom werden de Gedeputeerd Meester, de Secretaris en de Thesaurier
naar Den Haag afgevaardigd om toestemming te krijgen voor de oprichting.
Het eerste gesprek in Den Haag was niet bemoedigend. De
Groot-Secretaris was van mening dat een nieuwe Loge met iets meer dan 10
leden weinig kans van slagen zou hebben.
Broeder Reijnvaan, die als oud-secretaris van de Loge ‘Excelsior’ in
het Oosten Buitenzorg volkomen op de hoogte was met de Grondwet, maakte
de Groot-Secretaris er op attent, dat 7 Meesters-Vrijmetselaar al
voldoende waren, en dat er geen enkel artikel bestond, dat hierop een
uitzondering zou wettigen.
Toen op de jaarlijkse vergadering het Grootoosten van 1959 geen
bezwaar gemaakt werd, kon op 4 juni 1959 de oprichting een feit worden.
De consecratie werd vastgesteld op 26 november 1959. De Loge ‘Jacob van
Campen’ in het Oosten Amersfoort was bereid haar Tempel en Voorhof voor
dit doel beschikbaar te stellen.
Op 26 november 1959 werd door de toenmalige Groot Meester C.M.R.
Davidson, bijgestaan door zeven leden van het Hoofdbestuur, in het
Loge-gebouw te Amersfoort, de Achtbare Loge. ‘Thorhem’ geconsacreerd.
Een plechtigheid, die door Br.-. Davidson tot een indrukwekkend gebeuren
werd gemaakt.
Br:. C.J. de Witte werd tot Voorz:. Mr:. geïnstalleerd, die daarna op
zijn beurt de overige bestuursleden en officieren installeerde.
De achttien leden (allen mede-oprichters) van deze nieuwe Loge waren:
de Bbr:. W.J. Bryl, P.H. van Couten Piccardt Wieringa, W.H. Baron van
Heerdt, Mr. G.W.A.C. Baron van Hemert tot Dingshof, Dr. A.J. Huber, J.P.
Jung, J.B. Kannegieter, D.J. Monté, W.H. Ouwerkerk, J. Reijnvaan, H. de
Ronde, C.W. Seigers, Mr. Dr. J. Schoonenberg, A. van Velzen, F.J.W.
Schalen, A. Westerhof en C.J. de Witte.
De eerste bijeenkomst na de consecratie werd gehouden op 3 december 1959
Het logeleven in de loge Thorhem
De Loge ‘Thorhem’ heeft altijd een eigen karakter gehad. Voor een
groot deel spruit dit voort uit het feit, dat er in wezen sprake is van
een typische streekloge, maar ook door de omstandigheid, dat vele
Broeders uit zeer verschillende ‘Oostens’ zich in Doorn vestigden en
zich aansloten bij de Loge ‘Thorhem’. Ieder van deze Broeders bracht om
zo te zeggen iets eigens mede. Dikwijls waren zij gewend aan sfeervolle
accommodaties, waarin het goed was te compareren en die uitermate
geschikt waren voor het houden van ‘Open Loges’.
Het embleem van de Loge
De naam van de Loge ‘Thorhem’, voorgesteld door onze eerste
schatbewaarder A. Westerhof, vindt zijn oorsprong in de geschiedenis
van de gemeente Doorn, waar huis Doorn in 838 reeds genoemd werd onder
de benaming ‘Villa Thorhem’, als bezitting van de bisschop van Utrecht.
Van de 12e eeuw tot 1635 in bezit van het kapittel van St. Maarten te
Utrecht. Het wapen van het kapittel van St. Maarten werd in 1536 wapen
van huis Doorn en in 1883 wapen van de gemeente Doorn met de kleuren
rood en geel, thans de kleuren van onze loge.
Op het zegel en draagpenning van de Loge staat een afbeelding van de
Oudnoorse halfgod Thor, vergelijkbaar met Donar uit de Germaanse
mythologie.
Geschiedenis van de Vrijmetselarij
De vrijmetselarij zien wij als een eigentijdse stroming die geworteld
is in een eeuwenlange traditie. Onafhankelijk van enige politieke of
religieuze beweging is de vrijmetselaar zich bewust van zijn
verantwoordelijkheid als vrij en zelfstandig mens.
Zijn streven is om permanent aan zichzelf te bouwen, ‘zijn ruwe steen
te bewerken’ zoals we dat noemen, om daardoor bewuster te leven, in de
samenleving te functioneren en voor anderen en zichzelf in het dagelijks
leven meer te betekenen. Tussen vrijmetselaren vindt een voortdurende
uitwisseling plaats. Niet om het eigen gelijk te bewijzen, maar om samen
het ware of betere te ontdekken. Die zoektocht uit zich onder meer door
te streven naar oprechte broederschap.
Naar een samenleving die hij ziet als een te voltooien bouwwerk. Door
het gebruik van symbolen en het ondergaan en het gezamenlijk beleven
van rituelen, tekent zich een weg van persoonlijke groei en ontwikkeling
af. De vrijmetselarij is altijd een ontmoetingsplaats geweest voor
vrije geesten, die vrij durven te denken en elkaar met belangstelling
tegemoet treden.
Bekende en onbekende namen
Mogelijk bent u in vrijmetselarij geïnteresseerd geraakt door enkele
bekende namen die in het verleden loges hebben bezocht. Dat zijn er
namelijk nog al wat.
Hieronder bevonden zich onder meer schrijvers en denkers als J. W.
Goethe, Kurt Tucholsky, Voltaire en Oscar Wilde, Mark Twain, Sr Walter
Scott en Arthur Conan Doyle, wetenschappers als Fleming, Franklin en
componistern en musici zoals J.S. Bach, Joseph Haydn, Wolfgang Amadeus
Mozart, Frans Liszt, Jean Sibelius, Bortnjansky, Duke Ellington,
Gershwin, Count Basie, Nat King Cole en Louis Armstrong , kunstenaars en
artiesten als Oliver Hardy, Clark Gable, John Wayne, Marc Chagall,
politici als Georges Washington, Theodore Roosevelt, Sr W. Churchill en
andere invloedrijke mannen als Henri Dunant (stichter Rode Kruis) Gustav
Eiffel, John Macadam, Henri Ford, Andre Citroën, W. Chrysler, K.C.
Gilette, Charles Lindbergh.
Natuurlijk zijn er ook enkele
Nederlanders die u waarschijnlijk bekend voorkomen en van wie bekend is
dat ze vrijmetselaar zijn of waren: Henk Vonhoff, Eduard Douwes Dekker,
Mat Herben, Willem Drees, Albert Heijn, Hendrik Marsman, Frits Philips,
Pieter Jelles Troelstra, Henk Zeevalking.
Maar bekend of niet, van miljoenen mannen is natuurlijk nooit geweten dat zij vrijmetselaars waren.
Immers: zij hebben altijd in stilte gewerkt aan de verbetering van zichzelf en van de wereld.